Personal trainer

Ben jij er aan toe om fysiek de uitdaging aan te gaan . We werken aan de combinatie van fysieke en mentale uitdaging en herstel om de beste versie van jezelf te worden. volg dan snel de link om meer informatie te krijgen over de personal training en de inhoud daarvan.


Priviliged


Het is dinsdagmiddag of in mijn geval, Tuesday doomsday. Je zit op je werk. Je wil eigenlijk zeggen dat je het moeilijk hebt omdat je latte oat verkeerd foamd en je Apple Watch weer je stressniveau probeert te mansplainen. Maar ja, “Ik heb het zwaar” klinkt een beetje… dramatisch. Te “je moet niet zeuren want je hebt een dak boven je hoofd en een fiets met versnellingen”-achtig. Te Nederlands.

Dus zeg je:
“I’m just a privileged wo/man trying to navigate late capitalism, oké?”

En dan voelt het… zachter. Zachter dan:
“Ik ben een bevoordeelde blanke man/vrouw die worstelt met de privileges waar hij/zij dagelijks van profiteert, maar die hem/haar óók een existentiële identiteitscrisis bezorgen — omdat TikToks nu zeggen dat dat dus, apparently, not OK is.”

Dat leest als een opiniestuk uit een liberale krant waarvan we ons collectief moeten afvragen: is everything we read wel true, of is het gewoon geschreven door iemand met een abonnement op decaf en een schuldgevoel?
Engels daarentegen?
Dat leest als een tweet met een gifje van een huilende Kardashian.
En dát — precies dát — is het emotionele comfortniveau waar we tegenwoordig graag op viben.

Engels is onze nationale emotionele diffuser

We gebruiken Engels inmiddels niet meer alleen voor hippe functietitels als Customer Happiness Ninja of als excuse voor het fact dat we eigenlijk geen idee hebben wat onze job inhoudt maar wel lekker een fancy ring to it heeft.

Nee no, English is onze nationale emotionele diffuser geworden. Zeg je iets in het Nederlands, dan klinkt het alsof je met een axe op je gevoel staat te in te choppen. Zeg je het in het Engels, dan lijkt het alsof je met zachte hand een latte art probeert te tekenen op je trauma process.

Neem nou het verschil tussen:
“Grenzen stellen”
en
“Setting boundaries.”

De Nederlandse versie klinkt alsof je een assertiviteitstraining volgt in een wijkcentrum met TL-licht en een thermoskan filterkoffie. Je zit in een circle. Iemand vraagt je om in een werkboek te reflecten op je boundaries, en je moet na afloop feedback geven op een evaluatieformulier met een Bic-pen die half is afgekloven omdat iemand zichzelf nog niet genoeg kon embracen.

Maar zeg je I’m learning to set boundaries, dan voelt het ineens alsof je een selfcare-guru bent die net zijn/haar derde Mercury in retrograde heeft overleefd. Je zit met een moon journal op je schoot, omringd door cristals, palo santo en een vriend(in) die zachtjes “I see you” zegt terwijl je vertelt dat je geen appjes meer beantwoordt na 21:00. The mind needs rest.


Gaslighting? Nee joh, gewoon manipulatief lul zijn’’.

Sommige Engelse woorden voelen bijna therapeutisch, alsof je in een podcast zit met zachte inspo- muziek op de achtergrond. Maar zodra je ze naar het Nederlands vertaalt, klinken ze alsof je je eigen mentale rechtszaak aan het voeren bent.

Neem gaslighting. In het Engels klinkt het alsof je slachtoffer bent van een subtiele psychologische dans — verwarrend, pijnlijk, maar met esthetiek. Je denkt: he was gaslighting me, en ineens zie je jezelf in een TikTok over red flags, met een Lana Del Rey-nummer eronder. In het Nederlands wordt dat: “Hij manipuleerde me zó dat ik begon te twijfelen aan m’n eigen realiteitszin.” Bam. Geen filter, geen zachte dekens. Gewoon een klap in je emotionele gezicht.

Of triggered. In het Engels zeg je: “I felt triggered”, en het klinkt alsof je innerlijke kind zachtjes op een regenachtige ruit tikt. In het Nederlands zeg je: “Ik werd emotioneel ontregeld”, en het voelt alsof iemand het emergency alarm heeft laten afgaan. Daar komt geen maansteen of zelfzorgthee meer aan te pas — dat is gewoon paniek met een bijsluiter.

Engels laat je huilen in esthetisch blauw licht. Nederlands zegt: “Zit rechtop, het leven is geen Instagram story.”

Wat proberen we eigenlijk te verzachten?

Misschien zijn we gewoon collectief bang voor de rauwheid van het Nederlands. Want het Nederlands is een taal waarin je ploft, smoort, schuurt en valt. Alles klinkt alsof het op een nat fietspad gebeurt, in de regen, zonder emotionele valhelm.

In het Engels daarentegen kun je floaten, chillen, alignen. Je kunt zeggen dat iets “lowkey painful” was, en dan bedoel je eigenlijk: ik ben volledig uit elkaar gevallen, maar op een esthetische manier, met een latte in m’n hand en een filter over m’n breakdown. Het klinkt zachter, alsof je door je gevoelens heen zweeft in plaats van erin vast te zitten als in een lek luchtbed.

Het is een beetje zoals het verschil tussen zeggen: “Ik heb liefdesverdriet” — en dan zie je jezelf al op de bank liggen, in foetushouding, met een dekentje van zelfhaat over je heen en een moeder die zegt dat je even naar buiten moet. Get some air.

Versus:
“I’m going through it.”
Zelfde bank. Zelfde tranen. Maar dan met mascara die artistiek uitloopt, een rommelige knot die er ineens goed uitziet, en een Spotify-playlist die “Main Character Energy” heet. Je voelt je nog steeds miserabel, maar nu met stijl.

Engels gebruiken we niet als taal, het is een copingmechanisme.

Een taal waarin je niet hoeft te voelen, maar gewoon acknowledgen. Waarin je je verdriet niet “doorleeft”, maar gewoon processes it in silence, with a touch of sass. Het maakt alles behapbaar. Niet kleiner, maar wel draaglijker. Alsof je een emotioneel verbandje plakt met goudrandjes.

Je zegt niet meer: “Ik weet niet wie ik ben zonder deze relatie.”
Nee, je zegt: “I’m in a season of rediscovery.”
Klinkt alsof je net een Airbnb hebt geboekt in je eigen ziel, met witte lakens en eucalyptus in een vaas.

Je zegt niet: “Ik heb geen controle meer over m’n leven.”
Nee, je zegt: “I’m learning to surrender.”
Dat klinkt als iets wat je zegt na een yoga-retreat, niet na drie dagen stress-eten op de bank in je Yoga broek met witte sokken en je zit te balen dat je niet bent wezen gymmen en niet summer ready bent.

Engels neemt het rauwe randje weg en verpakt het in iets met linnen, geurkaarsen en een goed lettertype

ik ben niet woke, ik ben gewoon aware

En zelfs dat zeg ik liever in het Engels, want “bewustzijn” klinkt meteen alsof je met een wollen sok over je chakra’s wrijft.
Nee, ik ben aware — van mijn plek in het systeem, van mijn blinde vlekken, van het feit dat ik privileges heb waar ik geen moeite voor heb gedaan maar wél moeite mee heb. En dat klinkt net iets vriendelijker dan: “Ik heb structureel voordeel omdat het systeem in mijn voordeel werkt en daar moet ik actief iets aan doen, anders ben ik medeplichtig.”

Dat is een mond vol. En best confronterend, eigenlijk.
Dus zeggen we liever: “I’m checking my privilege.”
Klinkt lichter. Klinkt alsof je er bijna een checklist bij krijgt.
Klinkt als iets wat je op Insta kunt posten met een neutrale gezichtsuitdrukking en een bijschrift dat eindigt met ‘doing the work’.

We zeggen “trauma response” in plaats van: “ik ben beschadigd en ik gedraag me ernaar.”
Want dat laatste is zó direct dat zelfs de gemiddelde Hollander denkt: “Rustig aan, hoor.”
Maar een trauma response? Daar zit ruimte in.
Ruimte om te helen, om thee te zetten, om jezelf als main character te blijven zien terwijl je emotioneel gezien eigenlijk de bijrol speelt in je eigen instorting.

We gebruiken Engels niet alleen als stijlkeuze.
We gebruiken het als vijgenblad voor Nederlands ongemak.
Om de scherpte af te ronden. De randjes op te vangen.
Het is de emotionele noise-cancelling van onze generatie.

En eerlijk?

Same.

Het leven is al zwaar genoeg.


Laat mij dan tenminste internally screamen in lowercase.

Zo, dat is eruit.

Geef een reactie